Kruisschakelaar aansluiten
Een kruisschakelaar zorgt ervoor dat je één lichtkring kunt aansturen met drie schakelaars. Na het lezen van deze handleiding kun je zelf een kruisschakelaar aansluiten.
Twijfel je of deze handleiding wel geschikt is voor jouw situatie? Begin dan te lezen in schakelaar aansluiten en selecteer de juiste handleiding.
Gebruik
De kruisschakelaar in combinatie met twee wisselschakelaars wordt vaak gebruikt in een trappenhal of in een ruimte met drie toegangsmogelijkheden.
Aansluitingen
Een kruisschakelaar heeft vier aansluitingen *, witte pijl, zwarte pijl en *.
Voor een correcte installatie heb je voor en na de kruisschakelaar altijd een wisselschakelaar nodig.
Aansluiten
1. Veiligheid
Schakel altijd eerst de stroom uit! Schakel de groep uit voor het gebied waarin je aan het werk bent. Ben je er niet zeker van welke groep dit is? Schakel dan alle groepen één voor één uit om hier achter te komen.
2. Eerste wisselschakelaar
Je begint met de eerste wisselschakelaar. Indien aanwezig verbind je de toekomende blauwe draden (nuldraad) en de naar de lamp vertrekkende blauwe draden met elkaar door middel van rapidklemmen / lasklemmen.
Sluit de binnenkomende bruine (fasedraad) of zwarte (schakeldraad) draden aan op de schroef met markering L1.
Sluit de twee draden welke vertrekken naar de kruisschakelaar aan op de schakelaar waar deze 1 en 1’ aangeeft (normaliter zijn dit twee zwarte draden). Onthoud welke draad op welke aansluiting zit!
De toekomende en vertrekkende geel/groene draden verbind je met een rapidklem.
3. Kruisschakelaar
Je gaat je nu richten op de kruisschakelaar. Verbind indien aanwezig de toekomende blauwe draden en de vertrekkende blauwe draden naar de lamp met elkaar door middel van een rapidklem / lasklem.
De twee toekomende (zwarte) draden vanuit de eerste wisselschakelaar sluit je aan op de beide * aansluitingen. Sluit de draad afkomstig van 1 op de linker * aan. Sluit vervolgens de kabel afkomstig van 1′ op de rechter * aan.
Sluit vervolgens de twee (zwarte) draden welke vertrekken naar de 2e wisselschakelaar aan op de 2 overgebleven aansluitingen. Deze zijn gemarkeerd met een pijl (wit/zwart).
De toekomende en vertrekkende geel/groene draden verbind je wederom met een rapidklem.
4. Tweede wisselschakelaar
Nu ga je bezig met de tweede wisselschakelaar. Verbind indien aanwezig de toekomende blauwe draden en de vertrekkende blauwe draden naar de lamp met elkaar door middel van een rapidklem / lasklem.
De twee toekomende (zwarte) draden vanuit de kruisschakelaar sluit je aan op 1 en 1’. Zorg dat het draad afkomstig van de linkerpijl (deze komt dus oorspronkelijk van de 1 op de 1e wisselschakelaar) is aangesloten op 1. Sluit het draad afkomstig van de rechterpijl (deze komt dus oorspronkelijk van de 1′ op de 1e wisselschakelaar) aan op 1′.
Sluit de zwarte draad (schakeldraad) die vertrekt naar de lamp aan waar de tweede wisselschakelaar L aangeeft.
De toekomende en naar de lamp vertrekkende geel/groene draden verbind je weer met een rapidklem.
Dit was de laatste stap. Je kunt nu zelf een kruisschakelaar aansluiten!